Biologisch evenwicht

Het biologische evenwicht

Wat houd het biologische evenwicht nu eigenlijk in. Het biologische evenwicht is het in balans houden van productie en behoefte van dierlijke en plantaardige organismen in een afgesloten biotoop, waardoor het water in de vijver helder blijft. Bij het biologisch evenwicht speelt elke variabele een belangrijke rol.

Zuurstofplanten

Het is belangrijk dat u de juiste zuurstofplanten heeft. En de juiste hoeveelheid. Wij hanteren een minimum van 1,5 mand per 1000 liter water. Waarbij u er op moet letten dat het ook echt planten zijn die onderwater blijven. Doordat de planten op de bodem van de vijver staan word het zuurstof opgenomen door het water. Planten die met hun blad boven water staan produceren ook zuurstof maar geven dit af aan de lucht.

Zuurstofplanten zijn belangrijk omdat ze meststoffen uit het water halen voor groei en productie en zijn daarmee een essentiële schakel in de stikstofkringloop in de vijver (zie: stikstofkringloop).
Ze produceren pure zuurstof die verschillende organismen nodig hebben. Als er geen zuurstof in de vijver is dan ontstaat er een stinkende, rottende vijver en kan er botulisme of de blauwalg ontstaan (zie ook onze oplossing voor een recreatieplas hier).
Wist u overigens dat wanneer u een libelle bij de vijver ziet dat dit een teken is dat u zuurstofrijk water heeft.

Het water

Zorg ervoor dat er geen meststoffen in de vijver komen. Daarom is het verstandig om de vijver te vullen met leidingwater en niet met grondwater. Het meeste grondwater is vervuild met meststoffen. Hierdoor kan er alg in de vijver komen. Let er op dat er geen meststoffen in de vijver spoelen of waaien.

De juiste vissen

Bij het houden van een natuurlijke vijver passen geen karperachtigen en koi’s. Deze vissen halen het voedsel weg bij de wortels van de plant, door middel van wroeten. Door het wroeten zullen de planten los raken en gaan drijven. Hierdoor kunnen de planten hun werk niet doen. Een goudvis is familie van de karper en gaat dus niet samen met het biologisch evenwicht in de vijver.
Goede vissen zijn bijvoorbeeld goudwindes. U mag de vissen niet te voeren, zodat ze watervlooien, muggenlarve en andere insecten eten. Dit maakt onderdeel uit van de stikstofkringloop en verstoring daarvan leidt tot problemen. Bovendien bepaalt de grootte en de diepte van de vijver hoe groot de vissen worden en in welke aantallen. Dat regelt de natuur helemaal zelf.
De zonnebaars werd in het verleden ook geadviseerd, maar staat ondertussen op de lijst me invasieve soorten.

Wacht met het plaatsen van vissen (Windes) minstens 6 weken na het plaatsen van de planten.
Als u de vijver opschoont, gooi nooit plantmateriaal in bijvoorbeeld sloten. Dit geldt ook voor de vissen. Dit kan zelfs strafbaar zijn.

Watervlooien

Watervlooien eten de eencellige alg. De watervlooien komen vanzelf in de vijver. Na het vullen van de vijver duurt het enkele weken voordat de watervlooien zich vermenigvuldigen. Dit gebeurt pas wanneer er voldoende voedsel voor ze is. Zo kan het dus gebeuren dat uw vijver na 3-4 weken alsnog heel groen wordt van de eencellige alg. Pas daarna zullen de watervlooien zich vermenigvuldigen en zal uw vijver na ongeveer één week weer naar helder water omslaan. Hiermee hebben we ook verklaard waarom u moet wachten met de vissen.

De vijver enten

De juiste micro-organismen komen vanzelf in de vijver. U kan dit proces versnellen door het water te enten. Hiervoor neemt u een emmer vijverwater uit een heldere vijver in biologisch evenwicht en giet dit in uw vijver. Wij verkopen geen potjes met bacteriën. Uit onderzoek is gebleken dat het dragermateriaal hiervan gemalen spaanplaat is en dat lijkt ons niet gezond. Wij adviseren de natuur zijn werk te laten doen en even geduld te hebben.

Uit balans

Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op het biologische evenwicht van de vijver. Te weinig planten kan voor onbalans zorgen in de vijver. Maar er zijn ook externe factoren die invloed hebben op het biologische evenwicht in de vijver. Informatie hierover vind u op de pagina Externe factoren.